Afleveringen van antibiotica bij leden van de Socialistische Mutualiteiten

​Deze studie bekeek de consumptie van antibiotica afgeleverd in openbare apotheken bij leden van de Socialistische Mutualiteiten tijdens epidemiejaren 2009 tot 2017 (periode juli 2009 tot en met juni 2018). Het is een update van de vorige studie  met de meest recente cijfers (epidemiejaren 2016 en 2017 werden toegevoegd) en een paar bijkomende analyses.

​ De belangrijkste conclusies zijn:

  • Zowel het aantal leden met minstens één voorschrift antibiotica als het aantal voorschriften per 1000 leden is tussen epidemiejaren 2009 en 2017 licht gedaald (de daling manifesteert zich pas vanaf epidemiejaar 2013). Die afname is echter minder uitgesproken als het antibioticagebruik wordt uitgedrukt in “doorsneedagdoses” (DDD) per 1000 leden per dag. Daarnaast is ook het aandeel patiënten met meer dan 1 voorschrift of behandeling per jaar afgenomen.
  • De daling tussen 2009 en 2017 manifesteert zich vooral bij antibiotica voorgeschreven door de huisarts. Anderzijds is er een toename van het gebruik van antibiotica (uitgedrukt in DDD/1000 leden/dag) voorgeschreven door de arts-specialist en tandarts. Dat laatste is vooral een gevolg van een toename van het gemiddeld aantal DDD per voorschrift (het aantal voorschriften per 1000 leden nam af).
  • De daling in het gebruik van antibiotica geldt voor alle therapeutische subgroepen, behalve voor macroliden (ATC3-code J01F) en urinaire antiseptica (J01X). Ook breedspectrumpenicillines (J01CA) kenden een kleine toename. Naar leeftijdsgroep is de afname het grootst bij jongeren. Bij ouderen (65 jaar of ouder bij vrouwen, 80 jaar of ouder bij mannen) is er een kleine toename.
  • De afname van het antibioticagebruik tijdens de laatste jaren is onvoldoende om de BAPCOC-doelstellingen te kunnen halen. Enig lichtpunt hier is de opvallende daling van het aandeel chinolonen in epidemiejaar 2017, waardoor het streefdoel (5 %) in zicht komt.
  • Het gebruik van antibiotica neemt toe met de leeftijd en ligt iets hoger bij vrouwen dan bij mannen. Bij personen met verhoogde tegemoetkoming ligt de consumptie duidelijk hoger dan bij personen zonder verhoogde tegemoetkoming. Ze zijn ook vaker veelgebruiker van antibiotica. Dit kan worden verklaard door het feit dat leden met verhoogde tegemoetkoming over het algemeen een slechtere gezondheidstoestand hebben dan leden met een gewone voorkeurregeling.
  • Veelgebruikers vertegenwoordigen de 5 procent leden met de hoogste (relatieve) antibioticaconsumptie. Zij vertegenwoordigen bijna een kwart (23 %) van de totale consumptie.
  • Het duurder maken van antibiotica voor de patiënt in mei 2017 heeft geen significant effect op het antibioticagebruik. Het is eerder een besparingsmaatregel dan een maatregel ten gunste van de volksgezondheid. Voor personen met verhoogde tegemoetkoming komt deze maatregel hard aan: bijvoorbeeld veelgebruikers met verhoogde tegemoetkoming betaalden in epidemiejaar 2017 gemiddeld bijna 50 euro tegenover maar iets meer dan 20 euro in epidemiejaar 2016 (toename met 130 %).

Bekijk hier de volledige studie (.pdf)